Naar Nelson

Donderdag 27 februari: Vanaf Westport gaan we eerst naar Cape Foulwind. Vanaf die plek kunnen we kort wandelen naar een kolonie pelsrobben.
De zeehonden hebben in deze periode baby’s en we zien dus ook veel jonkies die aan spelen zijn. De moeders liggen uitgeteld op hun rug. Ze liggen op rotsen en hoewel wij ze goed zien, is het lastig ze op foto te krijgen. 
Hans denkt door een verrekijker een pinguïn te zien (die daar ook verblijven )maar een vliegende???
De weg naar Nelson gaat dwars door de bergen. Veel bochten en zoals bekend is dat niet mijn hobby. Dus vooral vooruit kijken en regelmatig stoppen omdat het ook voor het chauffeurke vermoeiend is.
We stoppen bij de Buller swingbridge. Deze loopt over een Gorge en daarna volg je een wandelpad door de bush. We zien weer zo’n leuke fantail die wel heel erg dichtbij blijft. Ook zien we de kereri of kukupa
( Nieuw Zeelandse vruchtenduif) en de weka.
Al tijdens een eerdere wandeling zagen we een Maori vliegenvanger. Een mooi zangvogeltje met een knalgele buik. Dus genoeg inheemse vogels te zien hier.
Voor de terugweg nemen we de snelle route via de zipline. Leuk maar inderdaad kort.
Rond 16.30 uur komen we aan in Nelson. Eerst nog naar een warehouse omdat ik halverwege deze vakantie door de tuinstoel bent gezakt ( en  nee....niet omdat ik te zwaar ben geworden) 

Na aankomst in Nelson gaan we meteen dit stadje in.
Maar we starten met een Pisco Sour..past goed bij onze eerste verre reis, Peru. 
we lopen nog naar het échte centrum van Nieuw Zeeland met een uitzichtpunt. Een stevige klim met oorverdovend geluid van krekels ( video)
Daarna ons galgenmaal op het Zuidereiland. Morgen gaan we richting Picton en met de Ferry weer terug naar noord.

Poroporoaki ki te tonga tonga ...sob!
Ofwel.. afscheid van het Zuidereiland... snik!